Afgelopen week was ik in Frankrijk, aan de voet van de "colline éternelle", de eeuwige heuvel Vézelay. Zoals elk jaar vertoef ik tijdens de voorjaarsvakantie in een oer-Frans huis met dikke muren en donkere kelders. Het eerste wat ik bij aankomst doe is de luiken opendoen en het daglicht naar binnen laten stromen. Mijn echtgenoot Leo (de schat) draagt de tassen en koffers de trap op naar de voordeur en ik verspreid de inhoud razendsnel over de verschillende kamers. Binnen no time zijn we gesetteld en voelen we ons thuis. Dit jaar alweer voor de 10e keer. Nu is het hoogtijd om de rivier te begroeten. De Cure loopt achter het huis langs en naast het huis stroomt er een flinke beek door de watermolen heen die uitmondt in de rivier. "Bonjour La Cure", "bonjour la pierre", zeg ik. Het water stroomt vrolijk voorbij, zoals altijd druk in beweging. De grote steen ligt er nog. Natuurlijk ligt hij er nog. Wie zou ooit zo'n enorme kolos weg kunnen halen.
En toch, elke keer stelt het me weer gerust dat de steen, waarop volgens het verhaal van Catharina Visser de boerin, madame Danguie in de zomer zat om haar vermoeide voeten te baden in het stromende water, er ligt. De steen waarop monsieur Danguie zijn pantoffels zette voordat hij het water in liep om nooit meer terug te komen. Of dit verhaal echt gebeurt is of niet, maakt mij niet uit. Het zou zo maar gebeurd kunnen zijn. Ik zie het voor me. De schrik van madame Danguie die 's morgens vroeg voelde hoe koud het bed aanvoelde naast haar. Ik zie haar de trap aflopen, door de woonkeuken heen, de trap af naar de stal waar de koeien staan te dampen en te snuiven. Dan loopt ze de grange in, langs de oude boerenwagen, ze duwt met kracht de grote deur open en zoekt met haar ogen naar de gestalte van haar man. Daar op de steen. Zijn pantoffels. Ze weet. Monsieur Danguie was de laatste tijd al bezig te vertrekken. Ze zakt ineen op de steen en treurt om haar man. Tien meter verderop vinden de buren monsieur Danguie tussen het riet.
De grote steen. Hij is voor mij de dagelijkse graadmeter geworden voor de stand van het water en daarmee hoe het met mij gaat. Is het water gezakt? Wow, ergens is er water geloosd, ik zie de steen niet meer. Wat kan er aan de hand zijn? Wat zegt de steen?
Zo krijgt alles in de omgeving betekenis. De dingen spreken hun eigen taal. Mij zeggen ze andere dingen dan Leo. Dat kan. Want natuurlijk spreken de steen, het water, de bomen en het huis niet ècht. Niet fysiek. Maar daarom kan ik ze nog wèl horen. Het is een andere taal. De taal van mijn hart. De taal die dieper gaat dan wat je uiterlijk hoort.
Als mens zijn we toegerust met een uiterlijk gehoor en een innerlijk gehoor, een uiterlijke stem en een innerlijke stem. In ons dagelijks leven en werk hebben we onze handen vol aan onze uiterlijke vaardigheden. Spreken en luisteren, samen met anderen. Begrijp ik de ander? Hoe zeg ik dat tegen hem? Laat ik niet vergeten om haar te zeggen dat…. Daarom is het zo fijn dat we langzamerhand met zijn allen ook weer een beetje oog krijgen voor onze innerlijke wereld. Het mooie is dat je via je omgeving, dus de wereld om je heen, in je binnenwereld kunt komen. Daar is deze tijd voor Pasen bij uitstek geschikt voor. Veertig dagen de tijd om ons te bezinnen. Gewoon in het klein. Van buiten naar binnen. Bijvoorbeeld zo:
1. Luister eens naar wat de steen zegt. Luister nu het voorjaar wordt weer eens naar de eerste vogels. Volg ze in hun vlucht.
2. Schrijf er een paar woorden over op in het schrijfboekje dat je toevallig nog had liggen.
3. Maak daar een goede gewoonte van. De kracht van een goede gewoonte is de herhaling. Je gaat betekenissen ontwaren. Wat zeggen de dingen jòu? Wat doen de eerste zonnestralen met jòu?
Een goede gewoonte maakt dat je bewuster gaat leven. En als je een goede gewoonte bewust inzet, dan wordt het een ritueel.
Een ritueel is niets geheimzinnigs, helemaal niet eng en al helemaal niet alleen maar godsdienstig of religieus. Een ritueel zijn een paar dingen die je doet, met voorwerpen uit je omgeving en die jou van binnen raken. De manier waarop je dit doet, de volgorde, de spullen die je gebruikt, je geeft ze allemaal de betekenis, die voor jou belangrijk is. Je maakt via de alledaagse werkelijkheid en gewone voorwerpen een verbinding met jouw binnenwereld.
En waarom zou je dat dan doen? Omdat je er bewuster van in het leven gaat staan, met meer diepgang, meer verwondering en zonder ergens iets van te vinden. Omdat je voelt dat je ogen open gaan voor de simpelste en gewoonste dingen. Omdat je hart er vredig van wordt.
De laatste dag in het Boerenhuis had ik ook nog iets doen. Met de laatste plastic waterfles uit de keuken liep ik de voordeur uit, tree voor tree de buitentrap af met de fles in mijn handen, ik vervolgde mijn eigen optocht door de tuinpoort die knoersend openging en sloeg links af het pad naar de rivier in. Het water was iets gezakt. De steen lag met zijn bolle buik net boven water. "Bonjour, la pierre, comment allex-vous?", zei ik. Ik hurkte en voelde met mijn rechterhand aan het water, dat rustig tegen de oever klotste. Koud was het, brr, en toch zo uitnodigend helder. Ik had de neiging om mijn hand terug te trekken. Veel te koud dat water, ging er door me heen. En toen ik even bleef zitten, liet ik de fles langzaam in het water zakken, nog een beetje boven houdend, net als de steen. De fles dronk, eerst met voorzichtige slokjes en stilaan met volle teugen. Ik draaide voorzichtig de dop erop en haalde mijn natte hand langs mijn mond. Met volle fles keerde ik opgetogen huiswaarts, het rivierwater nog op mijn lippen.
"Wat doe je dan met dat water?", vroeg onze huisbaas die deze week onze buur was. "Niets", lachte ik, "het staat gewoon in
mijn bijkeuken en soms kan ik ernaar kijken". En dat doet me goed. Een stukje Frankrijk in mijn eigen huis.
Heb jij ook een eigen ritueel? Misschien vind je het een tik van je, of een eigenaardigheid, waar je je eigenlijk voor schaamt.
Weet dan dat je niet de enige bent en dat het inzetten van goede gewoontes die je helpen, een hele gezonde manier van leven is.