Hoe ik ogen te kort kwam!

Vandaag de derde blog over uit balans raken door emoties. Dat dat niet alleen kan gebeuren met lastige emoties lees je in dit verhaal, waarin ik je meeneeem naar naar El Acebo in Spanje waar een heerlijke emotie me op mijn grondvesten deed schudden. El Acebo, een dorpje op een berg van 1150 meter hoog waar maar één straat is met wat houten huizen met houten balkons over de hele breedte van de gevels, een smalle straat waar ook de autobussen doorheen denderen alsof het een snelweg is, en waar we halverwege het dorp in een gezellige hostal zaten.

We moesten over de binnenplaats naar het overnachtingsgedeelte waar we op zolder onze 'doble habitacion' hadden. Met uitzicht over de bergen. We waren die dag over een nog hoger gebergte getrokken, langs het Cruz de Ferro, het ijzeren kruis met aan de voet honderden stenen achtergelaten door pelgrims als symbool voor de last die zij niet langer mee wilden dragen. Daar vertel ik je volgende week meer over. Cruz de Ferro staat op 1504 meter hoogte, en de weg stijgt daarna nog eens 30 meter over korte afstand, dus naar 1534 meter. Pittige stuk omhoog en toen dalen. Soms geleidelijk, vaker best steil omlaag. Over losliggende kiezels. Stijgen is pittig, maar dalen niet minder. Wat zou ik de volgende dag stijve kuiten hebben, bedacht ik me. We keken veel in het rond, want de omgeving was schitterend! Volop groene bergtoppen en bergketens. Maar we liepen door, want die groene bergen werden grijs, de zon verdween en eenmaal in El Acebo aangekomen plensde het.

El Acebo 1Die avond na het avondeten klaarde het op en maakten we nog even een ommetje. Ik maak altijd veel foto’s maar die keer kwam ik helemaal niet uitgeknipt. Wat was dàt mooi! De ondergaande zon scheen over de natglinsterende daken, schaduwen van wolken vielen over het land. Dit gouden licht. Over dit landschap. Het deed me aan Zuid-Frankrijk denken, de berg, onze berg, waar we ’s zomers regelmatig vakantie houden. Ik kwam ogen te kort. Steeds weer zag ik een mooie lichtval, een silhouet van een bergtop die ik nog niet gezien had. De zon scheen door het kerktorentje heen, de zon scheen op oude stenen, de zon glinsterde op druppels aan de dakgoot. Bij elke bocht was het uitzocht nog mooier dan vijf minuten eerder.

 

Ik voelde me erin opgenomen. Regelmatig moest ik tegen een muur of een hek leunen om het te kunnen bevatten. “Wat is dìt mooi! O, echt, moet je toch kijken, dit is … geen woorden voor”, riep ik naar Leo, die rustig vooruit kuierde. Hij dacht, die komt wel. Natuurlijk kwam ik. Vanuit het dakraam op onze kamer genoot ik nog een keer van het ongeëvenaarde schouwspel van de ondergaande zon die alles in een gouden gloed zetten.

El Acebo 2Het was te groot om te bevatten. Gesloopt van de heftige verrukking door het zien van zo’n mooie wereld, kroop ik onder de deken. Leo sliep al. Ik voorlopig nog niet. Ik had de muziek van Hildegard van Bingen nodig om weer een beetje in evenwicht te komen. Wow, wat een belevenis. Gigantisch op zo’n klein stukje aarde. Ik voelde me dankbaar en opgenomen in een groter geheel. Dit was weer zo'n 'thin place', net als Iona, net als Santiago, en net als onze Franse berg, een plaats waar hemel en aarde elkaar raken. 

Heb jij ook wel eens zo'n bijzonder gevoel ervaren? Laat een reactie achter hieronder, hiermee kun je ook andere lezers weer inspireren. En natuurlijk heel erg leuk om te lezen. 
Fijn als je dit artikel deelt met anderen, dank!
En heb jij ook een vraag over emoties, blijf er niet mee lopen maar laat het mij weten. Ik help je graag verder.

De weg kwijt?

Ben jij wel eens de weg kwijt? Het overkwam ons op onze voettocht naar Santiago. Mijn E-book bracht uitkomst!

Het stille dorp lag achter ons. Na wat bomen die een laatste schaduw op onze weg wierpen stapten we het land op. Stoffig lag de weg voor ons. De kaart wees rechtdoor aan. De gele pijl zei: Ga rechtsaf. Een oudere heer beende rechtdoor, zo kwiek, dat hij al snel uit onze blik verdween. Zweetdruppels kriebelden langs mijn slapen. Waarheen? vroeg ik aan Leo. Hij kon niet wijs worden uit het routeboekje. Ook de App bracht geen uitsluitsel. 

We naderden een wandelaarster. "Hello", zei ze, "Is this the right way?" "We don't know, but we choose the way in front of us", antwoorde Leo. Ah, een Engelse dame. Alleen op pad. Flink bepakt. Knap hoor, vond ik. We liepen een flink stuk gelijk op. Ik voelde me ongemakkelijk worden. De stilte werd zwaar. Wat raar. Samen liepen Leo en ik zo vaak zonder woorden. Ik voelde een druk op me en een stem in me drong aan: Praat eens wat met die vrouw. Waar komt ze vandaan? Waar is ze gestart? Tot welke plek gaat ze vandaag lopen? Het stemmetje drong steeds meer aan. "Hou op", dacht ik, "Laat me, ik hoef toch niet te praten met een dame die ik nu toevallig tegenkom? De dame liep rustig in haar eigen tempo verder. Ik weerde de stem in mij steeds verder af. Maar dat liet hij niet toe. Hij wilde gehoord worden.

Opeens bedacht ik me: Mijn vijf stappen! Pas ze toe. Ik voelde me inmiddels zo vervelend en zwaar en de hitte drukte nog tien keer zo erg op me. Bah, wie had dit lopen verzonnen? Leo liep ook maar gewoon door. Ho, stop. Eerste stap: Wat is de situatie? Al lopend stond ik stil bij de situatie: Ik liep op de meseta en liep tegelijk op met een Engels sprekende vrouw. Wat was mijn pijnpunt daarin? Hmm, ik onderzocht mijn gevoel. Ik kwam een oude dia op het spoor: Van mijn moeder had ik geleerd om gezellig met anderen te praten. Social talk, heet dat tegenwoordig. En ik hou niet van social talk. Wow, dus toch nog weer een oud stukje zeer. Oke, duidelijk. Best.
Stap twee gaat over mezelf. Wie ben ik, wat kan ik, wat zijn mijn talenten? Ik kan er tegenwoordig toch anders naar kijken, zei ik tegen mezelf. Ondertussen speurde ik naar Leo die al een eind vooruit was. Prima. Zo had ik de tijd om dit uit te pluizen. Nu stap drie: Klagen en zoeken. Gooi het er maar uit. Ik dook al lopend in de slachtofferrol. Hmm, even nodig, maar al gauw had ik er genoeg van. Ik voelde de pijn van vroeger: Laat mij nou gewoon mezelf zijn. Ik was toen niet sterk genoeg om dat te durven zeggen. Ik liep voort. Hoorde de stilte.
Ik viel stil. Laat ik mezelf maar vergeven. Geen idee wat dit zou opleveren. Ik vergeef mezelf dat ik hier zo onzeker over ben. Ik vergeef die dame want die heeft er helemaal niks mee te maken. En ik vergeef mijn moeder die graag wilde dat ik extraverter was. Er was nog een denkbeeldig kampvuurgesprek voor nodig, dus hard werkend in hoofd en gevoel liep ik op het heetst van de dag over de zonovergoten blakende vlakte. Een gesprek met een denkbeeldige gespreksleider en mijn moeder. En ik nam daarin de regie. Wilde ik de relatie vernieuwen? Ja natuurlijk, want ik ben dochter, mijn moeder is mijn moeder. Maar ik zou aangeven wat ik nodig had.

De weg daalde, het liep makkelijker. Aan het einde stond Leo met de waterfles te wachten. "En, hard gewerkt?", vroeg hij…. "Ja", beaamde ik vrolijk, "maar ik heb daarboven aardig lopen boksen". Ik vertelde het hem, hij luisterde en ik prees me gelukkig dat ik mijn verhaal kwijt kon.
"Weer een stuk verder, en goed dat we allemaal even de weg kwijt waren", besloot Leo. Ik keek op en de Engelse dame passeerde, diep in gedachten verzonken. 

In de berm lachten de felrode klaprozen me toe. Wow, daar waren ze en ze bevestigden voor mij de liefde die mij overal vergezelt. En kijk, daar: de kleine witte pispotjes van de akkerwinde. Hihi, onkruid vergaat niet, is sterk en onuitroeibaar. En vooral: mooi! We liepen het dorp in en ik vierde mijn inzicht met een heerlijke Lemonbier. Proost! Op de liefde, op mijn moeder, op mij!

Ben jij wel eens de weg kwijt? Hoe ga jij er mee om? Deel je reactie hieronder of mail mij.
 

Ik zat echt diep op de hoogvlakte

bij de MesetaZoals ik in mijn vorige blog beloofde neem ik je de komende weken graag mee op wat ik beleefde onderweg naar Santiago. Vandaag de steile helling die me uit balans bracht.

Leo had me al gewaarschuwd: de Meseta (de hoogvlakte) komt opeens. Het is niet een geleidelijk pad omhoog maar een pad dat over 1000 meter lengte 12% stijgt. Als je dat nog nooit voor je gezien hebt, kun je je er geen beeld van vormen. Ik niet tenminste. Vrolijk ging ik op weg. Met de zon op mijn hoed, backpack op mijn rug en stokken in mijn handen liep ik goedgemutst langs de vlakke akkers. Ik speurde naar klaprozen en de haagwinde, die we vroeger pispotjes noemden. Bij een beekje pauzeerden we een moment en dronken in de schaduw van een eikenbosje wat water. Ik merkte dat de weg ging klimmen. Je weet het zeker als je achterom kijkt. Hoe verder we kwamen, hoe moeizamer het ging. Ik zag de weg voor me omhoog slingeren. Weinig schaduw, geen begroeiing meer. Af en toe werden we door snelle lopers ingehaald. Mijn tempo zakte aanzienlijk, mijn versnelling ging naar nul. Stap voor stap omhoog. Daar stoof een hardloper voorbij. Hoe deed hij dat? Af en toe stond ik stil. De zon brandde. Het zweet droop in straaltjes van mijn gezicht. "Nog even", moedigde Leo me aan, "we zijn er bijna".

Lees meer

Een overvloedige oogst

DruivenoogstHet is september. De oogst is begonnen. Vanaf dit weekend halen de wijnboeren ten zuiden van Reims in Frankrijk hun druivenoogst van het land.

Vijf jaar geleden haalde Solveig, de Deense vrouw van een van de wijnboeren, Leo, mijn man, van de straat toen hij langs de weg strompelde met een scheurtje in zijn scheenbeen. Zijn Camino leek toen voorbij, maar rust, overgave en aandacht zorgden ervoor dat hij vijf dagen later toch weer op pad kon. Dat was toen. Sindsdien stond voor hem één ding vast: ik ga een keer de druivenoogst bekijken. Het stond om het modern te zeggen 'op zijn bucketlist'. En dat gaat komende week gebeuren. Drie dagen gaat hij naar Frankrijk om mee te helpen oogsten, want alleen kijken is er niet bij: handen uit de mouwen graag! Mijn caminotocht heeft ook een overvloedige oogst opgeleverd.

Lees meer