Pilon du Roi

Pilon du Roi
troont hoog
boven de streek
begeerd door
wandelaars
als doel van hun tocht.
Ook wij gaan op pad
en laten het klooster
achter ons,
langs de Chapelle St.Germain
over de Chemin des Marres.
Naast de parkeerplaats
in het Domain des Marres
ontwaren we een pad
omhoog –
vol stenen, een droge
bedding van water
bij winterweer.
We klimmen –
enthousiast
steeds trager
adem op adem
stap voor stap.
Wat is nodig om
op de top te komen,
vraag ik me zwetend af.
Elke stap vraagt balans
van het lichaam
verbergt gevaar van vallen
Gerichte ademhaling, die
het energiesysteem van
mijn lichaam beheerst.
Handigheid, waar zet ik
het best mijn voet.
Het pad is rotsig, losse keien
stenen, in alle vormen, gekerfd,
glad en hoekig, grind, en plots
een plateau, een grote steen
– om even op verhaal te komen –
en dan weer door.
Doorzettingsvermogen, soms
lijkt het of we er zijn. En
toch weer niet. De top blijft
trekken, we weten dat het overgaat:
de pijn, het beslag op ons lichaam.
Uithoudingsvermogen en incasseringsvermogen,
Vertrouwen en geloof, concentratievermogen,
alle denkbare kwaliteiten haal ik uit
mijn rugzak.
Mijn beelddenken
komt op gang.
Deze weg is mijn weg.
mijn levenspad.
Mijn pad naar mijzelf.
Dezelfde kwaliteiten zijn nodig.
Ik loop, ik ga, ik kan niet terug,
ik wil door, kijk soms terug en
val dan, mooi en ver onder me,
en volg ik weer mijn drive omhoog.
Platte stenen als oase – even stil,
waar ben ik nu? Mensen op mijn pad
zijn als platte stenen bij wie ik
een tijdje kan verblijven, die me
begrijpen, aanvoelen, en weer verdwijnen
want ik volg de roep van mijn pad.
Soms denk ik dat ik aangekomen ben
op mijn bestemming, en jubel hoog
– het voelt zo goed.
Dan blijkt: mijn levenspad gaat hoger
en ik volg, met tegenzin, allengs
weer vlotter – tot na het laatste moeilijke
vermoeiende stuk vol stenen, nòg smaller,
eindelijk
de top
in zicht is.
De top
bereikt is:
Le Pilon du Roi.
Op de witte rotsen
rusten wij in de luwte
van de steen.
Uitzicht op Simiane
op Marseille
Notre-Dame-de-la-Garde
een eiland
de Middellandse Zee.
De bomen ruisen
de wind waait vrij
rondom rotsen, weids
als een schonkig tapijt.
Stilte
de wind is bij me
de bomen getuigen van groei
de kale kieren geven leven
aan overlevers
– de vetplanten -.
Er is niets.
Er is alles.
Hoog op de bergen
verkeer ik
in diepe stilte.
Hoog op Le Pilon
voel ik
mijn diepste zelf.
Vergeten is de zware weg
Hier altijd te blijven
Voèl, je wéét nu hoe
het voelt, de top –
het overzicht over je leven
bergen en dalen
steil en stenig het pad omhoog
Vergeten de diepten, de kuilen,
de moeite van de lange weg.
Vergeten de oasen, die weldadige
rustpunten op mijn weg.
Adem nu de zuivere lucht in
Ontmoet de Geest die levend maakt.
Bloem van de berg
Ik neem je mee
Symbool voor
overwinning
en
liefde.
Gegroeid in mijn hart
daal ik weer af
Stap voor stap
niet te snel
mijn eigen tempo
terugkijkend
naar Le Pilon
Tussen smalle
rotskloven door
genietend van
de verworven beelden
inzichten en groei
diep, diep van binnen.
Diep, diep van binnen
ging ik mijn tocht van jaren
nu in 5 uren.
Diep, diep van binnen
is mijn weg ingedikt
en samengebald tot
een zintuiglijke beleving
van emotionele en
spirituele groei.
En ervaar ik daarna
balans in hart en kern.
Ik kom terug
vol licht en liefde
die stromen
in overvloed.

In hun witte gewaden

Dit land
van vrede en recht:
de zusters
en broeders
volgen hun hart
en houden
de lofzang gaande
Ze (s)preken niet –
ze zingen.
In hun witte gewaden
lopen ze door het land
en over het erf
en werken ze in
gods wijngaard
in de heuvels
tussen Aix en Marseille

Op het middaguur

Ik zit
in de
groen glinsterende
tuin
op het middaguur
waarop de schaduwen
het kortst zijn
waarop de zon
het hoogst is
waarop de wind
het mildst is
waarop het licht
het helderst –
groen doorglinsterd
cipressenzwart
groendoorglansd

Even zitten

Even zitten
in de stilte
zon en schaduw
zoemen en wind

stilte stilte stilte

de bomen ruisen
en geven
een gevoel
van ruimte
een bries
door mijn haar
streelt mijn gezicht

en ik
ik ben moe

Mijmeren over Lioba

Lioba
Leven in de stilte, liefde, lied
Inkeren, Illa
Over de bergen, onrust
Boven en beneden
Adem, aarde, allemaal
Lioba
(woordgedicht)

Lioba
Sterke vrouw
Liefdevol en zacht
Oorspronkelijk, leeft uit haar
hart
(elfje)

Muziek
in Lioba
Snarenspel en fluit
De geest bespeelt de
adem.
(elfje)

Vriendschap

Een vriend(in) is iemand die belangeloos in je leven ten goede aanwezig is. Deze aanwezigheid is een grote troost en steun. De belangeloosheid van de vriend(in) garandeert de betrouwbaarheid van de vriendschap. Je weet dat de ander je nooit zal gebruiken. De overgave is wederkerig. Je ontvangt en je geeft. Het vertrouwen dat je ontvangt, geef je met vreugde terug. Je leert wat het is om belangeloos aanwezig te zijn.
(Maria de Groot – De parel en de zee)

Mensen sluiten vriendschap, omdat ze er vreugde aan beleven de ander vrij te doen zijn, niet omdat ze elkaar nodig hebben.
(Simone Weil)

Bewoonde stilte

De stilte maakt me creatief
Oneindige ruimte
Bewoond door kikkergekwaak en vogelgefluit
De stilte maakt me creatief
Bestuurt mijn hand,
die schrijven gaat
Oneindige ruimte
De stilte maakt me creatief

De stilte heelt

De stilte heelt
mijn wonden
en Tjitske
doet gek.
Dit is een nacht
om buiten
te slapen
en morgen
herzien,
gereset,
wakker te worden
als de zon
me wakker maakt
in een nieuwe
– dauw bedekte –
wereld.