Basilique Sainte-Madeleine

Mijn oude zustertje verwelkomt me
Al weet ze niet meer wie ik ben
Ik begrijp: de universele liefde
die hier haar huis houdt
woont ook in haar hart
Zonder aanziens des persoons, is dit
En toch zo liefdevol
Mijn oude zustertje giechelt

In het koor
de zusters en broeders van de Communiteit van Jeruzalem
De zangen klinken, zuiver en zacht
Een broeder leest Lucas in het Nederlands
Het zegt mij: welkom!

Eindeloos het zingen, steeds weer,
En dan tussen al die mensen die meevieren:
iets raakt mijn hart, ik word getroffen
Weet nog niet waardoor
Het kan niet missen: muziek
Het tafelgebed klinkt in tonen
en daaronder een bodem, een grond,
de grond van Vézelay, die mijn grond wordt.
De zusters neuriën een bourdon, een grondtoon
het houdt maar aan en niet meer op.
Opnieuw grijpt iets mij, iemand mij
hier in deze eeuwenoude ruimte
Tranen wellen op, en nog.

Het brood wordt gebroken, de wijn wordt geschonken
Een kring van witte gestalten en flonkerende ogen eromheen
Gebaren, reukwaar, licht, oneindig zachte toewijding,
die vanuit al die gestalten versmelt tot één milde koestering
als van het teder en liefdevol wiegen van een baby.
Met deze gezindheid trekt het witte volk de kerk in
Met beide handen drukken ze ieders handen en zeggen
met licht in hun ogen: “La paix de Christ”.
Mijn hart springt op, ik wil meedoen, ik pak ook handen,
ik zeg ook de woorden van vrede.
Ik bedenk me dat de engel van vrede vanmorgen mij begroette
in een kaartje.
Ik begrijp weer hoe mijn geloven zo breed is geworden:
Le Dieu de l’univers – zo noemen ze Hem hier,
die pakt me steeds weer vast, en als ik weg wil, zegt Hij:
Kom, jij zou toch deze kant op gaan….