Vrede aan de bron

Vanuit het schilderatelier direct naar de kapel
Net op tijd, het vierstemmig gezang hoor ik al
Ik ben er niet op bedacht, een zustertje
vraagt me: Venez-vous avec moi?
Ik herinner me het feest van eerder
Van het opgaan met het brood
Het gaat zo snel, mijn hoofd is traag
Mijn  handen omvatten
de kelk met wijn
Geurige bloemige wierook
helder en fris
Processie vangt aan
Ontvangen worden brood en wijn
Toen brood, nu wijn
Dit maakt compleet
Stil gaan brood- en wijndraagster
naar hun plaats

Ieder wenst ieder
“La paix de Christ – Amen”
Vier handen worden twee handen
Koude, warme, harde, zachte
handen die wensen

Zacht wiegend zingen:
“…buvons à la source immortelle”
raakt me,
mijn reservoirs springen open.
Vrede aan de bron.

Morgen komt het goud!

Morgen komt het goud!
Deze nacht wordt gebeden
De aureool van de profeet zal schitteren
Morgen komt het goud!
Steeds meer lichten Zijn trekken op
Hij kijkt me indringend en liefhebbend aan
Deze nacht wordt gebeden
Morgen komt het goud!

De theologie van de ikoon

Elke morgen krijgen Catharina en ik eerst les in alles wat met ikonen te maken heeft. Gisteren geschiedenis, vandaag de theologische betekenis van de ikoon. Het bezig zijn met het maken van een ikoon is een hoogst spirituele gebeurtenis. Om te beginnen spreekt de schilder het gebed van de iconograaf uit.
Het maken van een ikoon is een deelname aan het grote mysterie van God en de mens, legt Anne-Marie uit. Het is de kunst om een evenwicht te creëren tussen de drie spelers die de ikoon maken: de schilder, de verf en het penceel. De schilder verplicht zich om gehoorzaam te zijn aan hoe de ikoon wil worden. Laag over laag wordt aangelegd. Steeds meer verschijnt het gelaat van de profeet, van Christus op het paneel. Hoe meer lagen, hoe dieper ik er als schilder in raak. Ook Catharina naast me, merk ik. Ze trilt van de spanning. Dat weet ik nog van in februari, toen ik pas begon.
Schilder op je ademhaling, zegt Anne-Marie. We ademen in, en uit. Bij de uitademing doe je de streek, de lijn, bij de inademing pauzeer je even. Dat werkt. Mijn hand wordt zekerder. Wat is dat mooi. Het mengen van de verf: je mengt het pigment met iets anders, eigeel. Je mengt je met de ander. Je maakt contact met wat buiten je is.De profeet komt op het paneel, net zoals God komt, vertelt Anne-Marie. HIJ komt, niet wij moeten komen. Doe maar niets. Stel je dienstbaar op en hij zal komen. Open je geest, laat alles los en God komt.
Waarom leven we eigenlijk, vraagt Catharina. Heel ons leven is ervoor om onze weg naar God terug te vinden, is de theorie van Anne-Marie. Dat komt me bekend voor: herinneren wie je bent, zegt de Cursus in Wonderen; een shakti (wijze vrouw) worden, zegt Caroline Ward in haar boek The Four Faces of Woman.'

"The Four Faces of Woman" is een boek van van Caroline Ward. Elk van de vier gezichten van de vrouw wordt hierin besproken als een reis naar binnen, van het Eeuwige Gezicht, het Traditionele Gezicht en het Moderne Gezicht naar het Gezicht van de Shakti. Deze kennis van en begrip over jezelf geven ruimte aan persoonlijke groei. Aan de hand van de vier gezichten herken je wat je achter je kunt laten en waar je je op kunt gaan richten: jouw innerlijke kracht en schoonheid.

Volgens Anne-Marie heeft ieder mens de basale angst in zich dat God niet God is. Dus gaan we zelf maar aan de gang. We willen controle houden. Probeer maar uit of God er is of niet, zegt Anne-Marie. Jijzelf maakt de keuze. God steekt zijn hand uit. Angst of geen angst, ik ben het ravijn overgestoken, zegt ze. Een engel zei: je hebt maar zo’n smal plankje nodig om over het ravijn heen te komen, en aan de andere kant staat God. Ik heb ja gezegd, ik heb Zijn hand gepakt, zegt ze. Ze gaat elke ochtend om 8 uur naar het ochtendgebed in de crypte van La Cordelle bij de Franciscanen, en zegt dan: Hallo God, hier ben ik weer. Zeg me maar wat ik vandaag te doen heb. En bij alles wat ze doet: ik schilder voor u. Ik rijd auto voor u. Ik praat met mensen voor u. Ik geef les voor u.
En ’s avonds: nu ga ik slapen voor u. Tot morgen dan God.

Aardedonker over het land

Vanavond ben ik toch nog even om 18.30 uur naar de mis gegaan, in de kapel bij de basiliek. Net als gisteravond is het vanavond ook weer aardedonker. Je ziet geen hand voor ogen. Ik denk nog aan de maanverlichte nacht in februari toen de maan mijn pad bescheen en ik al lopend helder de weg voor me zag in het donker.

Aardedonker is de nacht
Madeleine waakt
Aardedonker in het dorp
Madeleine zingt
Aardedonker over het land
Madeleine wacht
Aardedonker op de weg
Madeleine is.

Jacobsschelp

In een geurig winkeltje kwam ik het pelgrimssymbool van de Pelgrimsroute naar Santiago de Compostella tegen.

Jacobsschelp,
een Jacobsschelp
van geurende was
Van Artinasale, geurende kunst
Perzik

November over het land

November over het land
Harde wind doet bomen rukken
Woeste wervels van bladeren
November over het land
Even toch de zon, dan ongenadig regen
En toch: genadig – zo knus hierbinnen
Harde wind doet bomen rukken
November over het land

Jerry Winters

In februari maakte ik kennis met Jerry Winters, schilder van naïeve schilderkunst, en zijn vrouw. Hij kwam even binnenvallen in het atelier van Anne-Marie.

Ook Jerry Winters in het land
Even komt hij binnen
Groet mij, herkent mij en gaat weer weg
Ook Jerry Winters in het land
Uit Amerika komt hij schilderen
hier, het mooie Franse land
Even komt hij binnen
Ook Jerry Winters in het land

Ikoon

Samen met Catharina uit Zwitserland heb ik deze week les van Anne-Marie Bonhomme. Catharina begint net, vanmorgen heb ik meegedaan met het tekenen van een gezicht in de juiste proporties. Vanmiddag ben ik begonnen met het afmaken van mijn Ikoon.

Mijn ikoon gaat leven
Laag over laag
Lijn naast lijn
Harmonie des lignes
comme dans la musique
Het is de profeet in mij
die steeds helderder verschijnt
Het is de profeet die oplicht
en mij aankijkt
Aanwezig.

Basilique Sainte-Madeleine

Mijn oude zustertje verwelkomt me
Al weet ze niet meer wie ik ben
Ik begrijp: de universele liefde
die hier haar huis houdt
woont ook in haar hart
Zonder aanziens des persoons, is dit
En toch zo liefdevol
Mijn oude zustertje giechelt

In het koor
de zusters en broeders van de Communiteit van Jeruzalem
De zangen klinken, zuiver en zacht
Een broeder leest Lucas in het Nederlands
Het zegt mij: welkom!

Eindeloos het zingen, steeds weer,
En dan tussen al die mensen die meevieren:
iets raakt mijn hart, ik word getroffen
Weet nog niet waardoor
Het kan niet missen: muziek
Het tafelgebed klinkt in tonen
en daaronder een bodem, een grond,
de grond van Vézelay, die mijn grond wordt.
De zusters neuriën een bourdon, een grondtoon
het houdt maar aan en niet meer op.
Opnieuw grijpt iets mij, iemand mij
hier in deze eeuwenoude ruimte
Tranen wellen op, en nog.

Het brood wordt gebroken, de wijn wordt geschonken
Een kring van witte gestalten en flonkerende ogen eromheen
Gebaren, reukwaar, licht, oneindig zachte toewijding,
die vanuit al die gestalten versmelt tot één milde koestering
als van het teder en liefdevol wiegen van een baby.
Met deze gezindheid trekt het witte volk de kerk in
Met beide handen drukken ze ieders handen en zeggen
met licht in hun ogen: “La paix de Christ”.
Mijn hart springt op, ik wil meedoen, ik pak ook handen,
ik zeg ook de woorden van vrede.
Ik bedenk me dat de engel van vrede vanmorgen mij begroette
in een kaartje.
Ik begrijp weer hoe mijn geloven zo breed is geworden:
Le Dieu de l’univers – zo noemen ze Hem hier,
die pakt me steeds weer vast, en als ik weg wil, zegt Hij:
Kom, jij zou toch deze kant op gaan….