Kritiekje is mee

werken aan het strandHelmgras beweegt zachtjes in het briesje dat schuin achter de duinen vandaan komt. Een vlieg landt op mijn hand. Een tractor van de gemeente scheurt over het strand en voor me rollen de golven onophoudelijk het strand op. Wat mooi, die witte schuimkoppen. Ondanks het rustige weer leeft de branding zich ijverig uit. Het geluid van de zee doet me goed. Het veegt me schoon van binnen.

Ik zoek een comfortabeler plek op mijn sjaal, niet bepaald een zachte zitplaats op het zand. Mijn linkerbeen prikt. Het deert me niet. Op het strand moet het een beetje spartaans zijn.

Goedmaken voor mezelf

Sinds Pinksteren ben ik elke donderdagmiddag op het strand te vinden. Het lukte me niet alle donderdagen om de afspraak met mijzelf vast te houden. Maar nu ben ik woensdag al gekomen en heb ik het goed gemaakt. Ik slaap twee nachtjes in een hotelletje. “Heeft u nog lekker kunnen werken?, vraagt de hotelbaas bij het afrekenen.  “Ja zeker”, zeg ik “vooral op het strand”. Het weer zit me ook wel heel erg mee. En ik ben niet alleen, al lijkt het wèl zo. Ik zit hier zichtbaar in mijn eentje met een rugzak, een sjaal, een tablet, een telefoon en een schrift met pen. O ja, en nog een fototoestel. En mijn zonnebril. Kritiekje, mijn innerlijke criticus is vandaag ook mee naar het strand.

Gesprek met Kritiekje 

Hij is er altijd wel bij, maar vanochtend voert hij de boventoon: “Al weer aan ’t strand? Ik wil naar huis. Veel beter, joh, dan heb je daar nog wat meer tijd om rustig aan te doen en orde te scheppen”. Ik breng hem zacht tot zwijgen. “Stil maar, jij – ik vind het prima dat je mee bent, maar ik heb liever dat je me niet stoort”. Ik voel dat het hem erg veel moeite kost. Hij brengt zijn onrust op mij over. Waarom zou ik hier niet mogen zitten? (“’t Is egoïstisch”, zegt Kritiekje), ik doe hier hartstikke veel (“Ja, allemaal voor jezelf”, hoont hij), ik heb mijn eindwerkstuk voor de Kleine Tiki afgerond (“Het zou wat…”, schampert hij), en de rust genomen die mijn lijf nodig had (“Ja, maar je hebt niets voor je werk gedaan”). Oh, ik voel me schuldig worden. Terwijl ik deze week al meer dan genoeg uren voor mijn baas heb gewerkt.

En nu klaar, Kritiekje!

“En nu is het genoeg, Kritiekje!”. Resoluut wijs ik hem zijn plek. “Kom op, mond dicht. Ik ben nog gek ook dat ik me maar zit te verdedigen!” “Sorry, hoor”, sputtert Kritiekje en hij verandert subiet in een geweldig slachtoffertje, “je kijkt ook helemaal niet naar mij..”. Ik heb er genoeg van en kijk om me heen, terwijl de zee nog steeds onverstoorbaar zijn golven op het strand neerkwakt. “Dank je wel, zee”, zeg ik hardop, “aan jou heb ik wat. Ik leer van je onverstoorbaarheid”. En vrolijk schrijf ik verder. Hè, heerlijk, zo werken aan het strand!

Heb jij de regie?

Herken je dit? Hoor jij wel eens zo’n stemmetje van binnen, die het maar onzin vindt dat je aandacht aan jezelf besteedt? Je bent niet de enige. Wat doe jij als hij begint te praten? Laat jij je ongemerkt beïnvloeden of kies je bewust om hem al dan niet te volgen? Let op: ik zeg niet dat het fout is om te doen wat hij zegt. De vraag is wel: Wie heeft de regie? Jijzelf of je lastige aandacht vragende stemmetjes in jou?

Deel je ervaring of stel een vraag hieronder of via de mail. Grote kans dat ik in een volgende blog inga op jouw mail. Je krijgt altijd antwoord. Ik lees elke mail.

Vergeving

Het zou kunnen dat je af wilt van dat stemmetje in je. Mij heeft 'Het boek van Vergeving' van Desmond & Mpho Tutu hierbij heel erg geholpen. Vergeving begint bij zelfvergeving. In november biedt ik hierover een workshop Vergeving aan. Misschien is dat iets voor jou….

Geniet van de zomer, die gisteren begon!

TIP: Werk eens buiten!